e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zie mijnen

Overzicht

Gevonden: 436

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wisselboom hond: hont (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Hefboom waarmee een wissel kan worden omgelegd. [Vwo 379] II-5
wisseldienst draaipost: drājpǫst (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Wisselende dienst voor de diverse werkzaamheden. "Met de draaipost staan" betekent elke week een andere dienst hebben; de eerste week de morgendienst, de tweede week de middagdienst, de derde week de nachtdienst (Vanwonterghem pag. 101). [monogr.; Vwo 288] II-5
zaag snij-ijzer: šni-īzǝr (Zie mijnen  [(Maurits)]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Werktuig, voornamelijk gebruikt om houten ondersteuningen op maat te zagen. [N 95, 737; monogr.] II-5
zijwand mâhîre: mahīr (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Maurits]) De zijwand van een ruimte in de ondergrondse werken. De woordtypen "ondenlangsstoot", "onderlangsstoot", "ovenlangsstoot" en "overlangsstoot" (Q 121) zijn van toepassing op de zijwand van een galerij. Omdat de steenkoollaag gewoonlijk een zekere hoek maakt met het horizontale vlak, is de afstand van de laag tot het dak van de galerij aan de ene zijwand groter dan aan de andere. De wand waarin die afstand het grootst is, noemt men de "ondenlangsstoot" of "onderlangsstoot", de andere de "ovenlangsstoot" of "overlangsstoot" (Lochtman pag. 72). [N 95, 197; monogr.; Vwo 496] II-5
zinken bacteren: baktērǝ (Zie mijnen  [(Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei]), bijstokken: bištǫkǝ (Zie mijnen  [(Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]  [Domaniale]), bęjštǫkǝ (Zie mijnen  [(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II)]  [Eisden]), nagraven: nāgrāvǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), ravaleren: ravǝlērǝ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), stokken: štǫkǝ (Zie mijnen  [(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]  [Domaniale]), zenken: zɛŋkǝ (Zie mijnen  [(Eisden)]  [Maurits]) Een opgepofte vloer bijwerken en lager maken om op deze wijze de mijngang weer op hoogte te brengen. Volgens de invuller uit Q 15 hoefde men in dat geval de ondersteuning van de galerij niet te vernieuwen. [N 95, 389; N 95, 903; monogr.; Vwo 75; Vwo 541; Vwo 650; Vwo 870] II-5
zinking, effening bactage: baktāš (Zie mijnen  [(Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), dépiétage: dēpijǝtāš (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), effening: ęfǝneŋ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), nagraving: nāgrāveŋ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), ravalement: ravlmɛnt (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), rebassenage: rǝbasnāš (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Eisden]) Het bijwerken en lager maken van de opgepofte vloer om op deze wijze de mijngang weer op hoogte te brengen. Defoin (pag. 117) merkt over de woordtypen "rebassenage", "dépiétage" en "ravalement" het volgende op: "Doorgaans begint het zwellen van de vloer in het midden van de galerij. Vangt men op tijd met het effenen aan, dan heeft men wat men in ''t Frans rebassenage noemt. Wordt ze later verricht - wanneer het gesteente ook rondom de voet van de stijlen is opgezwollen - dan krijgt zulke bewerking de naam van dépiétage. Ravalement heeft dezelfde betekenis doch verwijst meer naar het lager leggen van spoorrails." [monogr.; N 95, 903; N 95, 389; Vwo 74; Vwo 276; Vwo 306; Vwo 543; Vwo 652; Vwo 653] II-5